Langzaamaan raken de bomen met bladeren vervuld, zodat de vogels in privacy aan hun nesten kunnen gaan werken. Je ziet de bomen, en ook struiken, elke dag wat groener worden. Dat gebeurt ook in de koude kassen van onze telers. Een misleidende naam trouwens, koude kassen, want deze kassen zijn allesbehalve koud. Er wordt inderdaad niet of nauwelijks gestookt. De eerste voorjaarszonnestralen die op de kassen hebben geschenen worden gekoesterd waardoor de kassen warm blijven. Bladgewassen vinden die warmte prettig en gedijen daar vervolgens goed in. Blaadjes als rucola en postelein bijvoorbeeld gaan dan volop groeien, worden geoogst en brengen vervolgens de lente thuis op ons bord. Rucola, ook wel mosterdsla genoemd, is lid van de koolfamilie en bevat veel vitamine C. Winterpostelein is een teer plantje, eenmaal geoogst zijn de blaadjes niet lang houdbaar. De plantjes worden in oktober in de koude kas geplant. Om schade door vorst te voorkomen wordt er minimaal gestookt, als de voorziening er is. Net als rucola is postelein rijk aan vitamine C. Ook raapsteel uit kassen worden inmiddels volop geoogst. Bladgroenten zult u de komende tijd steeds vaker tegenkomen in de Proef Vitatassen en in de winkel.
Behalve voor bladgewassen is het voorjaar ook de periode voor het poten van aardappels. Ook thuis kunt u er mee aan de slag. Kiem de aardappels voor, door ze enkele weken uit de zon maar op een lichte plek te bewaren. Bewaar de aardappels niet op een te warme temperatuur, anders worden de uitlopers te dun en breken ze snel af. 10 Graden is mooi. Aardappels die niet rimpelig zijn geworden en uitlopers hebben van ongeveer een centimeter, kunnen de grond in. Poot de aardappels ongeveer 5 centimeter diep en zorg ervoor dat de uitlopers naar boven wijzen en niet breken. Bij weinig regen af en toe water geven. Na een paar weken ontstaan de eerste blaadjes. Als de plant ongeveer 10 centimeter hoog is, nog wat aarde toevoegen om de plant wat extra steun te geven. Het is belangrijk om voldoende water te blijven geven. De stengels kunnen, wanneer ze gaan hangen, eventueel met stokjes worden ondersteund. Als de plant ongeveer 25 centimeter hoog is kan deze weer aangeaard worden. Ondertussen groeien ondergronds uit de moederknol stengels. Aan deze ondergrondse zijstengels groeien de nieuwe aardappels. Als de nieuwe knollen boven de grond dreigen te komen is het van belang om er weer extra aarde op te doen. Na twee maanden, als de prachtige bloemetjes van de plant zijn uitgebloeid, kunnen de aardappels worden geoogst.
Bron: Jos van Duinen