Nederlandse telers zouden graag meer plantaardige eiwitten zoals peulvruchten, bonen, lupine, kikkererwten telen omdat het goed is voor bodem, klimaat en biodiversiteit. Maar ook voor de algemene gezondheid, want plantaardige eiwitten zitten barstensvol vezels, vitamines, mineralen en gezonde vetten.
Echter is het rendement van de teelt van plantaardige eiwitten voor de Nederlandse boer nog te laag om van te leven. Het is namelijk voor verwerkers makkelijker en goedkoper om met importproducten te werken. Omdat wetenschappers, politici en artsen inmiddels allemaal wel overtuigd zijn dat het plantaardige eiwitten telen een goed alternatief is voor de intensieve veeteelt, tekende Steven IJzerman namens Udea, samen met 55 organisaties met landbouwminister Henk Staghouwer vorige week een Green Deal. Kwaliteitsmanager Steven IJzerman: “De Bean Deal heeft als doel om het voor Nederlandse boeren en telers aantrekkelijker te maken om meer plantaardige eiwitten te verbouwen zoals lupine, veldbonen, kikkererwten en soja. Ook gaan wetenschappers en boeren samen onderzoeken welke nieuwe rassen het goed doen op de Nederlandse bodem.”
Tot nu toe is het voor boeren lucratiever om andere gewassen te telen. De prijs wordt beïnvloed door het aanbod over de hele wereld. Zowel op andere continenten, maar ook in onze buurlanden is de kostprijs van plantaardige eiwitten zoals soja ook stukken lager. De prijs die Nederlandse boeren ontvangen, moet omhoog om het voor de boeren aantrekkelijk te maken om bonen, peulvruchten en andere plantaardige eiwitten te telen op Nederlandse bodem. Steven: “We maken het nu weer lucratief door niet te kijken naar het buitenland of het goedkoper kan, maar juist door bewust voor teelten van eigen bodem te kiezen, geven wij de Nederlandse telers en boeren een kans. Daarnaast praten we met de teler over een juiste prijs maar ook de ondersteuning van 55 andere partijen kan ervoor zorgen dat de teelt beter, efficiënter en lucratiever wordt. Samen met de boeren en universiteiten zijn we de komende jaren aan het pionieren dus. We starten met een aantal van onze boeren en wij geven al voordat zij gaan zaaien een garantie dat we hun producten op de markt gaan brengen. Dat biedt perspectief. Afhankelijk van het succes kunnen we straks al onze telers vragen om plantaardige eiwitten te telen.”
Het telen van plantaardige eiwitten is goed voor de bodem en biodiversiteit. Waar andere teelten vaak veel vragen van de bodem, zijn de vlinderbloemigen zoals peulvruchten en bonen een zogeheten ‘rustgewas’. Het is een gewas wat de bodem rust geeft en wat stikstof bindt uit de lucht. Daarmee heb je minder (kunst)mest nodig, maar je grond wordt er ook vruchtbaarder van. Hierdoor ontstaat er een rijker bodemleven, waarmee er ook weer meer insecten in de bodem komen die je graag wilt hebben voor een gezonde aarde. Steven: “De grootste winst die het kan bieden, is het binden van stikstof uit de lucht. Daardoor heeft de boer minder mest nodig en dus hoeven we minder beroep te doen op de dieren. Het levert een kleine bijdrage, maar helaas lost het niet de complete stikstofcrisis op. Was het maar zo eenvoudig. De grootste winst van de Green Deal zit hier niet zozeer in de teelt, maar juist in de consumptie. Dus eigenlijk zijn onze klanten en hun consumenten nu aan zet. Want door vaker plantaardige eiwitten te kiezen in plaats van dierlijke eiwitten, zorgen we samen voor een lagere impact op het klimaat. Eigenlijk haal je het dier er tussenuit, want nu eet het dier de plantaardige eiwitten en eten wij het dier. Het is natuurlijk veel efficiënter als wij als mens direct zelf de plantaardige eiwitten eten,” aldus Steven.