We zitten in de tweede helft van juni. Het is een prachtig en uitbundig jaargetijde. Insecten zoemen, vogels zingen, kikkers kwaken en bloemknoppen springen open. Bomen, struiken en gras zien er op zijn groenst uit. Bladeren ontpoppen zich, ook eetbare bladeren als spinazie en sla. Gewassen als bijvoorbeeld tomaten, sperziebonen, komkommers, bosbieten, aardbeien en paprika’s staan er mooi bij en worden volop geoogst. En, het kan nog net, asperges.
Asperges laden zich op
Vanaf 24 juni worden er namelijk geen asperges meer geoogst, zo hebben de tuinders met elkaar afgesproken. En dat hebben ze niet zomaar gedaan. De plant krijgt op deze manier de tijd om bij te komen en zich op te laden, zodat hij weer kan groeien en nieuwe energie kan verzamelen voor de oogst van het komende jaar. De aspergeplant heeft een enorm wortelgestel. Onder een hectare aspergeteelt kan meer dan 60 duizend kilo wortels zitten. Na het oogstseizoen kan de plant weer uitgroeien tot een struik. Door assimilatie wordt dan voldoende energie verzameld om in het volgende oogstseizoen weer smakelijke asperges te laten groeien. Wanneer er te lang wordt geoogst is er te weinig tijd om energie hiervoor te verzamelen. Als de dagen korter worden is er elke dag minder tijd voor de opslag van nieuwe energie.
Rabarber krijgt welverdiende rust
Voor rabarber is Sint Jan (24 juni), de geboortedag van Johannes de Doper, een belangrijke dag. Na Sint Jan worden er geen rabarberstelen meer geoogst, de plant krijgt dan zijn welverdiende rust. Na de langste dag wordt het oxaalzuur langzaamaan van de bladeren naar de stengels getrokken. Verhoudingsgewijs bevat rabarber veel oxaalzuur. Dit zuur bindt kalk en onttrekt zodoende kalk aan het lichaam. Oxaalzuur bevindt zich voornamelijk in de groene bladeren.
Steenvruchten nu in de winkels
Kersen rood, asperge dood luidt een oud gezegde. Sint Jan markeert dan ook tegelijkertijd het ruime aanbod van steenvruchten. Steenvruchten zijn vruchten waarvan de binnenwand uit een stenige wand bestaat. In de steen, de pit, zit het eigenlijke zaad. Voorbeelden die we nu in de winkels terugvinden zijn kersen, perziken, nectarines, abrikozen en pruimen. Na de oogst worden steenvruchten zachter en verspreiden ze meer geur. Bij perziken, nectarines en abrikozen werkt dat in hun voordeel. Ze worden ‘hard’ geplukt en eenmaal thuis op de fruitschaal zijn ze zoet en sappig. Kersen zijn juist weer het lekkerst als ze snel na het plukken -kersvers- gegeten worden. Pruimen echter kunnen onrijp geplukt worden, waarna ze verder afrijpen.